DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD
299
den gevestigd, de verdere ontwikkeling der aangelegen
heid wachtte. Zelfs heeft de Minister, als reeds gezegd,
de portefeuillequaestie moeten stellen, en wllicht alleen
langs dezen weg bereikt, dat achtereenvolgens in de
Tweede en de Eerste Kamer de tegenstand werd over
wonnen en het verdrag een behoorlijke, zij het geenszins
overgroote meerderheid vond. Het mag verwondering
wekken, dat juist degenen, die zoozeer geringschatting
toonden voor de beteekenis van het gesloten verdrag
geringschatting welke door Minister de Beaufort op even
uitnemende als deskundige wijze werd weerlegd tege
lijkertijd zoo groote bezorgdheid toonden voor de gevol
gen, die voor Nederland uit dit verdrag konden voort
vloeien; juist wanneer het bedrag van geringe beteekenis
ware geweest, kon er immers geen bezwaar bestaan om
het te voteeren, zeker niet, wanneer men bedenkt, dat de
verwerping ervan Nederland ongetwijfeld in verschillen
de internationale moeilijkheden had gebracht.
Inderdaad, op zichzelf kon aan het Permanente Hof
geen overwegende beteekenis worden toegeschreven.
Het permanente karakter van het Hof bestond en be
staat in niet anders dan het op zuiver administratieven
grondslag staande Internationaal Bureau, aan het hoofd
waarvan de secretaris-generaal is geplaatst. Permanent
is overigens slechts de lijst der arbiters, die ieder land
ten getale van ten hoogste vier heeft aan te wijzen.
Doet zich een internationaal geschil voor, dat de partijen
aan het oordeel van het Permanente Hof wenschen te
onderwerpen, dan stellen zij de rechtbank samen uit de
leden van het Permanente Hof; uit degenen dus, die
op de lijst der rechters zijn geplaatst. Het geding wordt
dan in de zalen van het Permanente Hof gevoerd. Eerst
in een dier voorname huizingen, waarop de Prinse-
gracht terecht nog trotsch gaat en die het zoo voorname