I I t
DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD
300
karakter, dat deze breede gracht in vroeger tijden heeft
gehad, duidelijk doen uitkomen; daarna in het Vredes
paleis, opgericht en gebouwd tengevolge van de belang
rijke schenking, die Andrew Carnegie aan de interna
tionale gedachte deed.
Dat geschiedde in het najaar van 1902. De Ameri-
kaansche gezant te Berlijn, Alexander White, die ons
later zoo aardige herinneringen aan zijne diplomatieke
carrière heeft geschonken, heeft er den stoot toe ge
geven. Hij was een der voornaamste gedelegeerden ter
eerste Vredesconferentie; de man ook, die tot de bede
vaart der Vredesconferentie naar het graf van Grotius
te Delft het initiatief nam. Logeerend op Carnegie’s
kasteel in Schotland, had hij gelegenheid diens belang
stelling te winnen voor een bibliotheek van volkenrech-
telijken aard, waaraan Carnegie zelf het gebouw ver
bond, waardig om dit eerste internationale Hof te
herbergen. Carnegie’s gift werd met groote belang
stelling, ja met iets van enthousiasme in Nederland ont
vangen, maar de wijze, waarop door de toenmalige
Regeering met deze gift is gehandeld, heeft het uitgangs
punt gevormd voor de min of meer tragi-comedie, die
zich om de totstandkoming van het Vredespaleis heeft
afgespeeld. Carnegie stelde een anderhalf millioen dollar
beschikbaar, maar wie, aldus de puzzle voor den Neder-
landschen Minister van Buitenlandsche Zaken, moest
dit bedrag aanvaarden? De Nederlandsche Regeering
kon het niet, want de gift was voor het Permanente
Hof van Arbitrage bestemd. Dit Permanente Hof be
schikte niet over rechtspersoonlijkheid, en uiteraard kan
slechts aan natuurlijke- of rechtspersonen een gift ten
deel vallen. Vandaar, dat men te langen leste, mede
dank zij het advies van uitnemende juristen, kwam tot
het in het leven roepen eener stichting, de Carnegie-