DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD
306
twee malen toe door het Hoogerhuis werd verworpen,
en waar geen der Staten wilde ratificeeren voordat
Engeland was voorgegaan, vond de oorlog in 1914 de
wereld zonder gecodificeerd zeerecht, zonder Prijzen-
hof, en kon de willekeur den grootst denkbaren omvang
nemen. De Amerikaansche Staatssecretaris Knox heeft
wel in 1910 en volgende jaren beproefd om ten aanzien
van Prijzenhof en het nieuwe Internationaal Gerechtshof
te redden wat te redden viel, maar vergeefs
Toch is de arbeid van 1907 zeker niet vergeefs ge
schied. Op tweeërlei punt. Want eenerzijds aanvaardde
de tweede Vredesconferentie een belangrijke resolutie,
welke het permanent karakter dezer conferenties vast
legde, en de wenschelijkheid betoogde, dat zij eens om
de acht jaren regelmatig zouden samenkomen. En ander
zijds heeft de tweede Vredesconferentie samengesteld
het ontwerp voor een werkelijk Gerechtshof, niet meer
gelijk de rechtbanken in het Permanente Hof van Arbi
trage berustend op de voornamelijk eigen keuze, aan
arbiters inhaerent. Juist echter de afwijking van dit be
ginsel heeft ertoe geleid, dat het ontwerp in zijn voor-
loopigen vorm bleef. Wel slaagde de tweede Vredescon
ferentie erin de taak van het nieuwe Hof te omschrijven,
maar over de wijze van verkiezing der rechters werd
men het niet eens. Dat kan niet verwonderen, omdat
voor het eerst de moeilijkheid zich voordeed een college
van ten hoogste vijftien leden te doen samenstellen door
een 45-tal Staten, die allen wenschten in dat college ver
tegenwoordigd te zijn. Een gelijke moeilijkheid was bij
het internationaal Prijzenhof overwonnen door het rou-
lagestelsel te aanvaarden; een stelsel, krachtens hetwelk
de groote Mogendheden een rechter hadden, die alle zes
b Artikel over„Eene reorganisatie van het Permanente Hof van
Arbitrage” in „Vragen des Tijds”, Sept. 1910.