DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD 30S De Vredesconferenties van 1889 en 1907 hebben ge schapen datgene wat volkenrechtsgeleerden en onder hen Schücking en Wehberg vooraan hebben genoemd ,,das Werk vom Haag”. Maar zij hebben tevens aan Den Haag als internationale conferentiestad een bijzondere beteekenis verleend. Geen wonder dan ook, dat de drie achtereenvolgende internationale conferenties, die had den te beraadslagen over middelen om ten aanzien van het opium-misbruik tot eenige oplossing te geraken, te ’s-Gravenhage werden gehouden; de middelste dezer conferenties in hetzelfde jaar, dat onder Asset's leiding, helaas voor het laatst, een tweede Wisselrechtconferentie samenkwam, die de voetsporen van de eerste drukte en haar werk althans afmaakte. Amerika nam, hoewel het de jongste koloniseerende Mogendheid in den Archipel was, het initiatief teneinde het opiumvraagstuk tot op lossing te brengen. Het noodigde de Staten uit, gedeel telijk teneinde China, dat door het opium-misbruik in het bijzonder werd en wordt geteisterd, te hulp te komen, gedeeltelijk ook teneinde opiumgevaar voor het niet- Chineesche deel der wereld bij voorbaat te bezweren, die maatregelen te overwegen, welke noodig waren om tot een gemeenschappelijke overeenkomst te geraken. Te Sjanghai kwam daartoe in het begin van 1909 de offi- cieuse en gedeeltelijk wetenschappelijke internationale commissie bijeen, welke de verschillende zijden van het opiumvraagstuk bezag en in een negental resoluties de vruchten van haar arbeid neerlegde. Amerika aanvaardde ze als grondslag voor een internationale conferentie, Waartoe zij de belanghebbende Staten uitnoodigde. Op 1 December 1911 kwam deze conferentie, na twee keeren uitgesteld te zijn, te ’s-Gravenhage in de Ridderzaal bij een; zij vergaderde bijna twee maanden aan één stuk en zag den 23sten Januari 1912 haar werkzaamheden, welke

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 330