DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD 309 zij voerde onder het presidium van den Amerikaanschen bisschop Brent, ten einde gebracht met de onderteeke- ning van het opiumverdrag, in 1925 door de door den Volkenbond samengeroepen conferentie herzien. Dat deze conferentie tot twee malen toe uitgesteld moest worden, vond zijn oorzaak daarin, dat eerst be sprekingen dienden gevoerd omtrent den grondslag, waarop de conferentie zich zou plaatsen ten opzichte van de verhouding in dit tractaat van de opium tot de cocaïne, morphine en aanverwante artikelen, welker mis bruik met dat van de opium nauw samenhangt. Enge land, dat door Britsch-Indië de overwegend grootste importeur is van opium in China, had zich tevoren tegen over dit land op het standpunt gesteld slechts te willen toestemmen in een vermindering van den invoer, indien duidelijk zou worden bewezen, dat deze vermindering strekte ten voordeele van het Chineesche volk en niet de Chineesche fabrieken grooteren afzet zou doen genieten. Geheel in overeenstemming met het tractaat van 1906 tusschen Engeland en China, eischte Engeland nu ook, dat niet het verdwijnen van het opium-misbruik zou wor den gevolgd door de opkomst van een cocaïne- of mor- phinemisbruik; eischte dus, dat de te aanvaarden bepalin gen deze middelen even ver buiten het bereik der Chi neesche bevolking zouden brengen, evenzeer voor import schadelijk werden verklaard als met opium het geval was. Engeland vond daarin temeer aanleiding, wijl het zelf een zeer kleine importeur van deze middelen was en Duitschland als zijn ettelijke malen meerdere moest er kennen x). Op de Opiumconferentie heeft deze tegenstrijdigheid a) Artikel over de Internationale Opiumconferenties, 1912, '13 en ’14 te ’s-Gravenhage” in Koloniale Studiën”, Juni 1925.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 331