DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD
313
tocht van 1913, die vanaf Houtrust langs het Koninklijk
paleis en door de geheele stad trok, zagen. Optocht vol
kleur en licht; optocht, welke de artistieke leiding van
den kunstschilder Luyt duidelijk deed kennen; optocht,
welke ondanks de moeilijkheden, die hij, in het bijzonder
op het laatste oogenblik, te overwinnen vond, tot de best
geslaagde behoorde, die ’s-Gravenhage ooit heeft aan
schouwd.
De reactie kwam, nog voordat wij een jaar verder
waren. Toen het Vredescongres uit elkander ging, en
toen de treinen de congressisten naar verschillende dee-
len van de wereld voerden, had men zich rendez-vous
gegeven te Weenen, de geboortestad van Bertha von
Suttner, wier persoonlijkheid tijdens het congres te
s-Gravenhage aller opmerkzaamheid tot zich had ge
trokken. Slechts korten tijd, voordat de voorbereidingen
ten einde waren, stierf zij, diep betreurd door de velen,
die haar energieke werkzaamheid waardeerden en be
wonderden. En korten tijd daarna kwam, vanuit datzelf
de Weenen, waar in 1914 het Vredescongres had be-
hooren samen te komen, een onheilspellend gerommel
van aanstaanden oorlogsdonder. Tegenover het aldus
ontketende machtig geweld, dat nog in de menschen
zelven steun vond, stond men machteloos. Toch is op
Haagschen bodem al spoedig geboren een actie van inter
nationalen aard, die zich tegen den oorlog verzette. Men
schiep op 8 October 1914 den Nederlandschen Anti-
Oorlog Raad, waarvan aanvankelijk de heer F. M.
Knobel, al spoedig daarna Mr. H. C. Dresselhuys de
even energieke als talentvolle voorzitter werd en waarvan
het secretariaat bij Jhr. Mr. B. de Jong van Beek en
Donk in uitnemende handen berustte. De Nederlandsche
Anti-Oorog Raad stelde zich ten doel om allen, die tegen
den oorlog gevoelden en wilden medewerken om te ver-