van Dr. Wap slechts te de herinnering te verlevendigen aan van letteren of schoone kunsten, die 60 jaar geleden in de Hofstad bloeide of in op was en aan aan de Muziekschool Offermans, dichtte Wap een „toe passelijke” ode. Waar men over Wap schrijft, moet men onwille keurig ook andere gevierde Hagenaars uit dien tijd de revue laten passeeren. F. Dunkler, de dirigent van de kapel der grenadiers, behoorde onder hen. In 1869 had hij de reputatie van de Kapel naar buiten hoog ge houden door zijn bezoek aan de Parijsche wereldtentoon stelling, waar hij de „grenadiers” aanvoerde in een wed strijd van militaire muziekcorpsen. Dr. Wap bezong zijn triumfale terugkomst, en eenige jaren later, toen Dunkler den dag herdacht dat hij vijftig jaar geleden zijn loop baan begon, was Wap dadelijk gereed met deze Vondeli- aansche ontboezeming: Men heeft de zangbundels doorbladeren om menige instelling een komst was en aan de personen die in kunst en weten schap den toon aangaven. Daar was o. a. in Den Haag de Vereeniging Nieutvland, ter beoefening van de uiter lijke welsprekendheid. Dr. Wap was eere-voorzitter van dit genootschap, welks jaarfeesten en lustra hij door zijn toespraken in proza en dichtmaat placht op te luisteren. Toen Nieutvland in 1871 tien jaar had be staan, gaf Wap een schets van den korten, maar glorie- vollen levensloop van den dichter en hoogleeraar in de wis- en natuurkunde Pieter Nieuwland, die reeds op zijn 11e jaar een geleerde in den dop was, tot verba- 21 Dr. J. J. F. WAP 321 Ter helft van de Eeuw, door U der schoone kunst gewijd Heft gij nog fier het hoofd omhoog, der Muzen tegen; Die zóóveel lauwren torscht als gij, braveert den tijd De Onsterfelijkheid is reeds op aard door hem verkregen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 344