Dichtte Wap herhaaldelijk feestcantates voor Nieuw-
land o.a. in 1871 bij muziek van C. L. W. Wirtz,
en in 1876 te samen met den toondichter P, Bruck
ook de vereenigingen „Cecilia” en de „Kon. Nationale
Zangschool voor handwerkslieden” jubelden zijn liederen
uit. Een van zijn pittigste zangen was het Werkmanslied,
door evengenoemde Zangschool den 26en Sept. 1876
te Amsterdam voor het eerst uitgevoerd in een wed
strijd, waarmee de School den len prijs behaalde en
sedert op het repertoire der werklieden-zangers gebleven.
De populaire aanvoerder van het mannenkoor H. G.
Marinus had er de muziek bij geschreven.
directeur der Kon. Muziekschool W. F. G. Nicolaï
wiens „zilveren jubelviering” als directeur der Nat.
Zangschool hij eenige jaren later zou bezingen die
aan het inwijdingsfeest een voornaam aandeel had. Den
2en Dec. 1874 was de dag der uitvoering van Wap’s
Inwijdingscantate van het nieuwe gebouw aan den
Zwarteweg, een bouwwerk van den Delftschen hoog-
leeraar in de architectuur Gugel. Nicolaï had de muziek
geschreven en mevrouw Offermans zong de sopraansolo.
Hoort hoe Wap de snaren van het gemoed des
talrijken publieks deed trillen
Dr. J. J. F. WAP
324
Door Eugène Lacomblé die toen onder de weinige Neder-
landsche beeldhouwers een voorname plaats innam geboetseerd,
waren 9 beeltenissen der Nederlandsche hoofdvertegenwoordigers van
de wetenschappen en de kunsten aan de kroonlijst van de concert
zaal geplaatst: Chr. Huygens, Desiderius Erasmus, Hugo Grotius,
Herman Boerhaave, Joost van den Vondel, Jan Pietersz. Sweelinck,
Rembrandt, Hendr. de Keyzer en Ward Bingley.
Zie rond wat al starren verspreiden hier licht,
Wat zonnen verblinden hier 't scheemrend gezicht,
Wat luister van wijsheid, wat glans van verstand,
Wat glorie verkondt hier de schitterende wand!