HET PLEIN, HUYGENS EN FREDERIK HENDRIK 21 aan de zou Buitenland- zuidzijde de Ridderzaal was reeds vóór 1616 gesloopt ver volgens loopt de nieuwe weg in zuidoostelijke richting over een open plaatsje (24 voet), door een paar ge bouwtjes, die als turfschuur en waschhuis aangeduid worden (resp, 13 en 12 voet) en door den tuin van de kasteleinij (87 voet), die toentertijd door de aanbouwen van den hier gehuisvesten Raad van State reeds veel van de boomen, die we op de teekening van Bol nog bewonderden, moet verloren hebben. Een oogenblik heeft men de breedte van deze doorbraak op 24 voet willen bepalen (plan 3308b), doch op het definitieve ontwerp is ze in overeenstemming met die der overige nieuw ontworpen straten op 36 voet bepaald. Een nieuwe brug voert over het midden van de oostelijke binnengracht, dus een heel stuk ten zuiden van het oude bruggetje bij den Ministerstoren; van hier loopt de „Hofstraat” in de zelfde richting verder over Aker- land en Kooltuin tot aan de Houtstraat, die zij bereikt tegenover het toenmalige huis van Huijgens, dat de zuidzijde belend werd door het Logement van stad Amsterdam, waarmee het in 1643 vereenigd worden (het tegenwoordige Ministerie van sche Zaken.) De slooten aan de oost- en zuidzijde van het Plein worden gedempt en het terrein tusschen de nieuwe straat en het Doelenstraatje wordt voor huizen bouw bestemd. Zooals men weet, is dit plan inderdaad uitgevoerd. 1 Februari 1633 begon de metselaar Joris Cornelisz Faes met het afbreken der gebouwen, waaraan hij tot 4 September werk schijnt gehad te hebben. Volgens een bestek van 16 Mei van het volgend jaar trok hij ver volgens de Oostpoort op en verbouwde hij de Witte Galerij, die door Jan Gerrits van Lier aan beide zijden met een zandsteenen poortomlijsting bekleed werd, ter-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 34