I zou de reeds in de jaren ’30, toen Wap zijn „Jaarboek” uitgaf. In een brief aan Schotel d.d. 1 Nov. 1835 vraagt hij een beoordeeling van zijn boek over de „Kloosters van Drenthe”, en die beoordeeling wat lang uitblijvende, herinnert hij in Juni 1836 aan Schotel’s belofte om over dat werk een artikel te zenden voor zijn „Jaarboek” en tevens eenige „Kroniekmatige herinneringen”. Schotel is wat traag met zijn medewerking. Al sedert 3 jaar schrijven van Wap uit Breda d.d. 1 Nov. ’39 - wacht hij op eenig handschrift van Schotel voor zijn Album (Jaarboek). Om zijn medewerker wat te prikkelen, zendt hij hem een present-exemplaar van zijn „Reize naar Rome” en herhaalt zijn wensch: hebt gij niet iets voor mijn Jaarboek van 1840, een of andere R. Katholieke kerkelijke oudheid? In elk geval wacht ik een paar blz. „chronologische herinneringen”, hij herinnert dat Schotel bij het jaar 1150 is gebleven. „Daar dit jaar het 11 de eeuwfeest van des H. Wille- brordus’ prediking hier te lande gevierd wordt, ware een korte, puntige biographie diens grooten mans niet ongepast.” Merkwaardig is ook Wap’s briefwisseling met ds. Schotel over een stamboek, dat S. in ’42 onderhanden heeft over de families Schotel en van Rijckevorsel, door hem de „Rijckevorseliade” genoemd. Hij er een gedicht van willen maken in den trant van „Henriade” Wap is in die dagen ook druk in de weer om levens van groote schilders te beschrijven of in odes te be zingen. Aan ds. Schotel vraagt hij bizonderheden over diens broeder, den in dien tijd vermaarden zeeschilder. Later, in 1857, toen Wap in Utrecht woonde, schrijft hij aan J. Kruseman, broeder van den toen pas over leden Cornelis Kruseman. Hij had dien meester in 1828 Dr. J. J. F, WAP 328 f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 351