echter zeer middelmatig. Proza ging hem beter af dan
poëzie. Niet dat Wap niet gemakkelijk dichtte: de
verzen stroomden van zijn lippen. In zijn bundel „Vader-
landsche zangen” is o.a. afgedrukt een toast, het welzijn
van den Koning door hem uitgesproken aan een feest
maaltijd in de Militaire Academie, die door Koning
Willem I werd bijgewoond.
De Koning werd als volgt door hem toegesproken
En wat er verder volgt in de overige completten.
Wap dichtte ook voor zijn leerlingen, de kadetten der
Kon. Militaire Academie een lied, waarvan het eerste
complet luidde:
Waarschijnlijk zullen de kadetten van thans, bij het
100-jarig feest, wel andere liederen gezongen hebben.
Niet onverdienstlijk bezongWap den jongen held Byron,
toen Engeland's groote dichter naar den Hellespont toog
om de vaderlandsliefde der Grieken tegen de Turken
aan te vuren. En waar hij de verzen van De Lamartine
in ’t Nederlandsch overbracht o.a. zijn „Hymne du
Soir dans les Temples de Dieu”, De Lamartine’s afscheid
van Frankrijk bij zijn vertrek naar ’t Heilige Land
liet hij aan den geest van den Franschen dichter en
334
Dr. J. J. F. WAP
Weergalm’ tot 's aardrijks verste strand,
Den Vader van het Vaderland
Ons Godgevallig lied.
Die Wetenschap en Kunst waardeert,
Verdiensten schat en Deugd vereert,
Ontwijk’ den feestdronk niet
Wij wijden ons den dierbren grond,
Beroemd door zoo veel Helden
Die, waar 't ’s Lands Roem en Vrijheid gold
Den dood in ’t aanzicht snelden
Ook wij, wij zijn aan ’t Vaderland,
Tot onzen jongsten snik verpand.