aan onze schoone moedertaal in kloeke verzen recht
wedervaren. De Lamartine deed aan Wap wederkeerig
de eer aan om een door hem geschreven elegie op den
dood van De Lamartine’s gade, in ’t Fransch over te
brengen.
Toch is het een verkwikking als men tusschen al die
verzen van Wap een gedicht van zijn vriend Bilderdijk
ontmoet. Zoo zond hij in 1835 aan dr. Schotel te Chaam
een eigenhandig door Bilderdijk geschreven gedicht,
keurig als gecalligrafeerd
November 1863 was Wap in zijn element. Tal van
vaderlandsche gedichten verschenen in die dagen a propos
van de Onafhankelijkheidsfeesten. Hij woonde toen te
Delft en schreef daar in dichtmaat Het Nededandsch
Zevengesternte van 1813, bijschriften voor een zevental
wapenschilden der zeven Edelen (Van Hogendorp,
v. d. Duyn, van Limburg Stirum, de Perponcher, Falck,
Kemper en Fagel), op een Oranjekrans gehecht en be
schenen door het zonlicht van 17 November 1863. Bij
Brouwer te Delft gaf hij uit een geschiedkundige Gids
voor de viering der Novemberfeesten, schets van de
November-gebeurtenissen van 1813, met wat er ge
beurde in elke stad, waar het groote werk van Neêrland’s
herstelling werd volbracht.
In de eerste jaren ’60 woonde Wap te Delft, waar
Dr. J. J. F. WAP
335
O Neerland, Neerland, zoo uw bloei,
Uw Vrijheid, Magt, u ’t hart nog raken;
Herdenk dan, wie de slaafsche boei
Van uw geklemde handen braken!
Herdenk wie 't zijn, wier dappre vuist
De stalen schakels heeft vergruisd,
Die om uw matte leden knelden,
Wier fiere voet het juk vertrad,
Dat u den hals benepen had,
En staren we op het beeld dier Helden.