HET PLEIN, HUYGENS EN FREDERIK HENDRIK
22
t
wijl den steenhouwer Jan Arentsz opgedragen werd
het steenhouwerswerk van het nieuwe poortgebouw
(later Grenadiers- of Mauritspoort genoemd) uit te
voeren. Ook Adriaan Janszoon van der Burch heeft
„verscheijde steenwerck” geleverd. Naast de Grena-
dierspoort bouwde de hoftimmerman Jan Cornelisz een
corps de guarde „mitsgaders 13 nyeuwe winckelkens
„ofte comptoirkens ende andere wercken, comende
„aanden houck vande Rolle" (Ising, a.w. blz. 7b en 8a).
Daar de nieuwe weg niet zuiver haaks op de Galerij
staat, geeren beide poortdoorgangen vrij belangrijk.
Over de gracht werd een brug van drie bogen gemet
seld; daar de oostelijke grens van het hofgebied nu,
zooals we later zullen zien, hierheen verplaatst werd,
voorzag men de poort van een tweetal deuren en maakte
men ten westen van de brugbogen een ophaalbaar ge
deelte, aan welks bestaan nog thans een paar katrollen
aan den buitenkant van de Grenadierspoort herinneren.
Welke groote beteekenis vooral deze laatste ver
andering gehad heeft voor het karakter van het Hof
springt terstond in het oog. Niet langer is het een
middeleeuwsch kasteel, tot welks kern men slechts langs
gebogen wegen en door verschillende poorten kan door
dringen en dat aan de achterzijde omsloten is door een
hooge ommuring, slechts doorbroken door een klein
poortje voor huiselijk gebruik. Het heeft thans aan de
oostzijde een toegang, die ten minste even belangrijk
is als de westelijke; het terrein binnen de nieuwe Grena
dierspoort, waar zich tot voor kort een turfschuur, een
waschhok en een rustige tuin bevonden, wordt nu door
sneden door een breede straat, waarlangs zich weldra
eenige bouwwerken van grooter importantie groepeeren.
en van een „Achterhof" en van „Achterpoorten” kan
geen sprake meer zijn. Hier ligt het beslissende moment,