HET PLEIN, HUYGENS EN FREDERIK HENDRIK
27
’r
van
door deze bepaling niet
„Graeve Maurits van Nassau om 3550, actum den ij
„Martii”. Op den laatsten Maart koopt deze bovendien
nog „de gront vande straet, mettet rondeel achter 't
„voorsz erf gelegen, mits dat Sijne G(raeve) 't selve
„rondeel ten oosten ende westen soude viercant mogen
„extenderen op de raije inde caerte getrocken blijvende
„ten noorden binnen de limiten vant voornoemde pleijn 1
„soo het selve jegenwoordel. staende is, om 1200,”
waaraan nadrukkelijk de voorwaarde verbonden werd,
dat het oude pad en de brug niet zouden mogen worden
aangeroerd eer de nieuwe straat gereed was 2). In mar-
gine vinden we nog aangeteekend, dat graaf Maurits op
28 Juni werd toegestaan zeven voet ten noorden van het
rondeel uit te bouwen. Hierdoor werd dus een laatste
wijziging in de plannen gebracht, waarbij ook het oude
pad en het karakteristieke rondeel kwamen te vervallen.
Dat Johan Maurits ver in den Vijver wilde bouwen is
alleszins begrijpelijk, daar zonder dien het uitzicht op
den Langen Vijverberg door de hofgebouwen voor een
groot deel belemmerd zou zijn. Hoe hij later het over
blijvende deel van het Akerland als tuin huurde en door
een ondergrondschen gang met zijn woning verbond kan
men met de verdere lotgevallen van het Mauritshuis
naslaan in het tweede deel van de Mededeelingen
de vereeniging ter beoefening der geschiedenis van
's-Gravenhage, blz. 49 vlg.
Het rondeel.
2) De bouw van het Mauritshuis zou
weinig worden opgehouden. In April 1634 had de Rekenkamer nog
geen vergunning verleend om het oude bruggetje af te brekenJohan
Maurits schrijft dan aan Huygens„Je vous prie de dire a ces Mes
sieurs que, si je trouve le pont encore a mon retour, j’y mettere le
feu dedans” (dr. J. A. Worp. De briefwisseling van Constantijn
Huygens, Eerste deel 16081634, Rijks Geschiedkundige Publicatiën,
groote serie no. 15, onder no. 905, blz. 458).