423
„DIE HAGHE’’ OVER 1927
De tweede bijeenkomst had plaats 15 Maart.
Dien avond werden de jaarverslagen van den secretaris
en den penningmeester behandeld, welke verslagen tot
geen bijzondere opmerkingen aanleiding gaven.
Daarna hadden de Bestuursverkiezingen plaats.
Vervolgens sprak ir. M. C. Reijerman over de toe
gangswegen tot Den Haag.
Spreker behandelde de geschiedenis van het ontstaan
der verschillende toegangswegen en besprak verder het
belang van die wegen. Een en ander werd met licht
beelden verduidelijkt.
12 April trad voor de vereeniging op de heer N.J.
Pabon, om te spreken over zijne onderzoekingen be
treffende het ontstaan van ’s-Gravenhage en het grafelijk
slot uit geografisch oogpunt. In eene interessante rede
door verschillende lichtbeelden geïllustreerd vertelde
spreker de vergadering het resultaat zijner onderzoe
kingen. Het oude grafelijk slot ligt aan het kruispunt
van twee oude heerwegen, de eene de oude Romeinsche
heerweg naar de duinen, de andere de groote verbin
dingsweg langs de binnenzijde der duinen van ’s-Grave-
zande naar Haarlem. Met zijn voorgevel ligt het slot
naar den heerweg toe. In aansluiting hieraan heeft zich
in geografischen zin de bebouwing van het dorp die
Haghe ontwikkeld langs de heerwegen en wordt de
basis van de bebouwing de grens van het grafelijkheids-
gebied, n.l. de beek, die door de graven langs ’t tegen
woordige Noordeinde en de Hoogstraat en langs het
Achterom gegraven is om de hofgrachten en den vijver
van water te voorzien. In geografischen zin wordt
dan de ligging van het grafelijk slot en het ontstaan
van het dorp die Haghe volkomen bepaald door den
loop der oude heerwegen. Van de gelegenheid tot debat
werd ruim gebruik gemaakt. De eere-voorzitter en