Vrouwe van St. Annaland geërfd had. Haar echtgenoot
Willem van Wassenaar, Heer van Ruijven, krijgt
1 Febr. 1753 van Gecommitteerden vergunning het koets
huis naar de noordoost-zijde van het Plein te verplaat
sen en het een en ander er aan te laten veranderen.
Na diens dood stond dit college de weduwe op 8 Aug.
1770 nog toe op het Plein voor de beide vleugels ijzeren
hekken te zetten, die echter niet verder buiten de rooilijn
zouden mogen komen dan de erkers.
Na het kinderloos overlijden van Susanna Louisa
in 1785 werd het huis door haar erfgenamen in openbare
veiling gebracht en op 12 Febr. 1787 voor de som van
31800 gulden verkocht aan den reeds eerder ge
noemden raadsheer Mr. Verheye van Citters, die het
op 15 April 1800, wellicht door de ongunst der tijden ge
dwongen, voor 22500 gulden weer van de hand deed aan
den toenmaligen minister van Financiën, den „Agent
van Nationaale Oeconomie der Bataafsche Republiek”
Johannes Goldberg. Deze kreeg den 25sten Maart 1822
vergunning om voor den zijgevel aan de Lange Poten
een rij palen met gordingen te plaatsen, terwijl hij op
29 Maart 1827 den tuin van het Mauritshuis (het oude
Akerland) met den daarin gelegen koepel aan zijn eigen
dom toevoegde. Twee jaren later werd het geheel ge
veild en door het Rijk voor het zeer lage bedrag van
26000 gekocht; weldra werden hier de bureelen van
het departement van Waterstaat, Nationale Nijverheid
en Koloniën gevestigd.
Thans was de ondergang van het Huygenshuis nog
slechts een kwestie van tijd. In 1854 werd nog een plan
om in den tuin een groot concertgebouw te zetten ver
ijdeld, doch eenige jaren later, van 1859 tot 1862, ver
rezen hier Rose’s Hooge Raad en departement van
Koloniën, waarvoor het oude koetshuis moest worden
HET PLEIN, HUYGENS EN FREDER1K HENDRIK
37