46
HET HUIS AMST. VEERKADE No. 14
Wapen Vennecooldoorsneden a in blauw drie zilveren, rood
gebekte, zwanenhalzen, rangsgewijs geplaatst; b in goud een groene
boom op grasgrond,vergezeld van vier groene kooien 2 links en 2 rechts.
Wapen van Germeesgevierendeeld1 en 4 drie jachthoorns,
2 en 3 drie vogeltjes, alles geplaatst 2 en 1. Een spotvogel maakte
hieruit een toespeling op den na am: 1 en 3 jachthoorns de jager
vanger; 2 en 3 de vogels meezen mees.) De aardigheid gaat
echter niet op, want de oorspr. naam was (50 jaar te voor) v. Germez
(van Zjermee).
kamer bezat een prachtig stuc-plafond, stijl Lodewijk
XIV, waarin op bescheiden wijze de wapens van Ven
necool en van Germees, beide ovaalx) en de mono
grammen van Magdalena Vennecool en van Elisabeth
van Germees waren aangebracht. Volgens overlevering
bevatte de voorkamer een dergelijk plafond, dat indertijd
was omlaag gestort en toen door een meer modern
was vervangen. Daarbij had de voorkamer een mooi
fluweelen behangsel, dat in de vakken van een wit
gelakte lambrizeering was gevat.
De hoogte der kamers gelijkvloers was vrij aanzienlijk,
zoodat men gelegenheid had gevonden de beide aan de
westzijde van de gang gelegen kamers te halver hoogte
door midden te deelen. De beide boven elkaar liggende
voorste kamers waren veel kleiner dan de beide achter
kamers en daarvan gescheiden door een geheel donkere
wenteltrap.
Het lager voorkamertje had een mooie antieke betim
mering met drie in den wand ingezette spiegeltjes, waar
onder gebeeldhouwde medaillons en guirlandes. De deuren
van het kamertje waren bijzonder dik, zoodat ze bij het
sluiten als ’t ware dichtzogen. De eene geleidde naar
de gang, de andere naar het donkere portaaltje dat tot
de achtergelegen kamer toegang gaf en waar ook de
genoemde wenteltrap uitkwam. De betimmering van dit
kamertje, in den stijl Louis XVI, is in 1887 verwijderd;