58
HET HUIS AMST. VEERKADE No. 14
is tweemaal ge-
Eck, begr. aldaar
van de
voor terug: (Zie: „Die Haghe”, 1903, bl. 340 en 427).
Zij overleed te 's-Gravenhage 9 April 1790 en werd
te Dordrecht begraven (Zie Nederl. Leeuw, V; 20;
Alg. Ned. Familiebl. a.b. en Wildeman, Grafb. der
Gr. Kerk te ’s-Gravenhage bl. 160).
De nieuwe eigenaar was Cornells Cramer, procureur
te ’s-Gravenhage. Hij werd in de Groote Kerk te ’s-Gra
venhage begraven 15 Febr. 1799 en
huwd geweest. Eerst met Dirkje v.
30 Mei 1793, dochter van Wouter, koster
Kloosterkerk, en van Anna van den Ham.
Daarna hertrouwde Cramer met Barbara Koekers, een
weduwe, die haar man overleefde, te Amsterdam woonde
en stierf, doch 16 April 1810 in de Gr. kerk te ’s-Graven
hage bij haar laatsten echtgenoot ter ruste werd gelegd.
Waarschijnlijk was het huis na den dood van C. Cramer
weder verhuurd en stelden de eigenaars er geen prijs op
het te behouden. Jan Frangois van Eek, procureur voor
het Hof van Justitie van het Depart. Holland, zoo voor
zich zelf als in kwaliteit van exec.-test. van wijlen Mr.
Francois van Eek, en Barbara Koekers, wed, van C.
Cramer verkochten het huis 19 Nov. 1806 (voor Bou-
dewijn de Witt en Mr. Johan ]acob de Kempenaer,
schepenen van ’s-Gravenhage) aan den heer Petrus Ju-
docus van Oosthuysen, over wien beneden een en ander
zal worden medegedeeld.
De genoemde h.h. van Eek waren de eenige erfge
namen van Dirkje van Eek, de eerste vrouw van C.
Cramer. Jan Francois zal er zeker niet hebben gewoond
hij toch kocht 3 Mei 1803 van Hendrik Fagel, wonende te
Londen, het aloude woonhuis der Fagels, waar dit geslacht
van 1680—1803 had gewoond (Die Haghe, 1913 bl. 142).
Hij overleed te ’s-Gravenhage en werd 27 Sept. 1823 in
de Kloosterkerk begraven. (Navorscher 1919 bl. 376).