78 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZER ES
De naam Busker komt in Elias' „De Vroedschap van Amster
dam” niet voor.
pas den lOden Januari 1888 op 82-jarigen leeftijd te
’s-Gravenhage is overleden.
In twee opzichten vooral schijnen mij deze mémoires
van voldoende belang om aan de vergetelheid te worden
ontrukt: om het aardige licht dat zij werpen op het
Haagsche burgemeestersgezin Hooft en om de opvattin
gen, die men in 1827 en volgende jaren in de Hofstad
blijkbaar koesterde ten aanzien van het onderwijs, dat de
meisjes uit de eerste kringen behoorden te ontvangen.
In noten onderaan de bladzijden geef ik hier en daar
aan, wat ik ter identificatie van verschillende personen
heb kunnen vinden.
Mijn overgrootvader P. Boote huwde te Londen met
een Engelsche vrouw, Margarethe Boorly genaamd, en
ging met zijn jonge echtgenoote naar Amsterdam, al
waar hij een groot handelshuis voerde, met zijn oom, Jan
van Odijk. Zij hadden vele schepen op zee; de een
woonde op de Keizersgracht, de ander in de bocht van
de Heerengracht. Uit dit huwelijk van mijn overgroot-
papa waren mijn grootmama en oudtante: grootmama
Elisabeth en oudtante Maria Boote, die ik alleen van de
heele overige familie gekend heb. Er moeten in deze
familie echter meer kinderen geweest zijn, maar ik her
inner mij hun namen niet meer. Mijn grootmama huwde
in het jaarmet den heer Busker 1), oudsten schepen
van Amsterdam, en uit dit huwelijk was een tweeling:
Jan en Cornelis Busker. Toen echter de Fransche Revo
lutie uitbrak, dreigde men mijn grootpapa, die algemeen
bekend stond als een der ijverigste aanhangers van het
Huis van Oranje, met plundering, als hij weigerde den