84 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE” oude gebouwen; i vrij heftige dis- Het jaar 1911, met zijn gedeeltelijk vernieuwd be stuur, was vruchtbaar aan interessante lezingen en aan steeds bij het gros der leden in den smaak val lende excursies. Tot driemalen toe sprak de gemeente archivaris dr. van Gelder, eerst over de boek- en prentverzameling van „Die Haghe”, vervolgens over de geschiedenis der Hollandsche haringvisscherij vóór 1600, in 't bijzonder om aan te toonen dat die „groote visscherij” invloed heeft gehad op den bloei en vooruit gang van Den Haag, en eindelijk over de Regenten in de dagen onzer Republiek, aantoonende dat de regen- ten-regeering wel dikwijls belasterd is, maar dat zij in dien tijd de eenige goede was en de Republiek heeft helpen opbouwen tot wat ze geworden is. Ook dr. Jan Kalf maakte zich verdienstelijk door zijn voordrachten over ’t Gothische woonhuis in Nederland en over nieuwe opvattingen over ’t restaureeren van een inleiding die aanleiding gaf tot een redactie van het jaarboek belasten. Morren had toen reeds elf jaargangen geredigeerd en er zelf kostelijke bijdragen aan geleverd. Het ledental had hij van 452 in 1898 tot 850 zien stijgen. Met hem trad uit het be stuur dr. Hofstede de Groot, die vervangen werd door Aug. Sassen, met J. A. Frederiks als onder-voorzitter, mr. Ph. C. la Chapelle, le seer.. Ch. L. Levoir, 2de seer., W. P. van Stockum, penningmeester, dr. H. E. van Gelder, bibliothecaris, J. W. Wekker, dr. W. W. van der Meulen en het nieuwe lid dr. W. Martin. Morren zou tevens „Die Haghe” blijven vertegen woordigen in de commissie voor de feesten van 1913, welke commissie, in samenwerking met de Mij. der Nederl. Letterkunde, een tegen dien tijd uit te geven historisch gedenkboek in studie had genomen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 103