90 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE"
van den heer Sassen het presidium had waargenomen,
definitief als voorzitter was opgetreden. Aan het einde
van het jaar kwamen er, wegens de periodieke aftreding
van dr. van der Meulen en W. P. van Stockum nog
twee nieuwe leden bij, n.l. de heeren mr. M. J. Duparc en
W. ’s Jacob, welke laatste als penningmeester optreden
de, de geldmiddelen in deplorabelen toestand vond. Er
was een aanzienlijk tekort, van niet minder dan 1500,
door de groote uitgaven in vorige jaren en doordat de
gemeente haar subsidie eenige jaren niet verleend had.
Eerst in 1915 zou daar redres op komen, maar nu moest
men bezuinigen en op nieuwe middelen zinnen. De
bewerking van de Notarieele protocollen moest ge
schorst worden. Maar zoover kwam het niet; het perso
neel behoefde niet te worden ontslagen, want de dames
Berk en Bayard verklaarden te willen blijven doorwerken
zonder salaris. Gelukkig kon men de salarieering spoe
dig weer hervatten en bleek ook reeds in het begin van
1916 het nadeelig saldo tot de helft ingekrompen. Maar
van een luisterrijke viering van het 25-jarig bestaan had
men moeten afzien. Toch zou het nog een feest worden
„Die Haghe” waardig. De leden en hun dames waren
den 30en September 1915 in grooten getale in Pulchri
Studio opgekomen. De feestvergadering werd geopend
door Jhr. van Karnebeek, eere-voorzitter van „Die
Haghe”, doch niet in die hoedanigheid, zooals hij zeide,
maar als burgemeester van Den Haag. Het was hem lief
als zoodanig de jubileerende vereeniging op dit feest
hulde te brengen, omdat hij zich rekenschap gaf van hare
beteekenis voor deze stad. Immers toen zij vóór 25 jaren
werd opgericht, was men juist in den tijd waarin de
symptomen merkbaar werden van groote veranderingen.
Het nieuwe kwam aanrukken, het oude moest trachten
stand te houden. Het nieuwe werd welkom geheeten.