96 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE” de, af op de weigering van den eigenaar van dit huis. In het begin van 1919 had in een buitengewone ledenvergadering de installatie plaats van den burge meester mr. J. A. N. Patijn als eere-voorzitter. Dank zeggende voor de hartelijke begroeting door den voor zitter dr. Hofstede de Groot, zeide de heer Patijn o.a. den indruk gekregen te hebben, dat de inwoners der residentie minder voelen voor de plaats hunner inwo ning dan die van andere steden. Daarom achtte hij het bestaan van een vereeniging als „Die Haghe”, welke zich ten doel stelt belangstelling en liefde te wekken voor het verleden en het heden van Den Haag, van zulk een groot nut. Spr. stelde dan ook de benoeming tot eere-voorzitter op prijs en hoopte met de vereeniging aangenaam samen te werken. Dit is ook werkelijk gebeurd. Onze burgemeester heeft in de nieuwere geschiedenis van „Die Haghe”, die wij thans nog kortelijk moeten vermelden, steeds groote belangstelling en medewerking betoond, wan neer hij bij tentoonstellingen of buitengewone bijeen komsten geroepen werd om door zijn tegenwoordig heid luister aan de plechtigheid bij te zetten. Met mr. Patijn als eere-voorzitter traden tegelijk in het bestuur het vroegere bestuurslid dr. van der Meu- len, de gemeente-archivaris dr. W. Moll terwijl mr. H. Zillesen tot voorzitter werd benoemd. In dezelfde vergadering nam dr. Hofstede de Groot afscheid en werden zijn verdiensten voor „Die Haghe” in zeer waardeerende bewoordingen herdacht door den heer Peters. En wat ook wel herinnerd mag wor den uit die vergadering van 24 Februari 1919, was het plan door het lid Jochems, den „Ouden Hagenaar” ge opperd om het standbeeld van Koning Willem II van het Buitenhof te doen verdwijnen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 116