2 OUDE HAAGSCHE GESCHIEDSCHRIJVING x) Jaarboek die Haghe 1908. 2) Curiositeitshalve zij een weinig beduidende aanteekening vermeld bij den Spanjaard Calvete de Estrella, op blz. 282 van zijn in 1552 te Antwerpen verschenen werk met de Description de todos los Estados de Brabante y Flandes.” graaf er zijn hof gebouwd. Het kan ons dan ook niet verwonderen, dat de middeleeuwer alleen het markante feit van dien hofbouw de vermelding waard acht en dat ook nog de geleerde Cornelis Aurelius, de schrijver van de Divisie kroniek uit de eerste jaren der 16de eeuw, die een grooter den Haag met een reeds, in onze oogen tamelijk belangwekkende ontwikkeling gekend heeft hij was te Gouda opgevoed en leefde later in het klooster Lopsen in Leiden zich beperkt tot een bericht over de stichting van het grafelijk hof door den Roomschkoning. Ja de geheele zestiende en zeventiende eeuw in welke laatste vele onzer steden hun kroniekschrijvers reeds gehad hebben gaan voor ons onderwerp min of meer onvruchtbaar voorbij. Niet dat den Haag onopgemerkt gebleven ware; verre van dat. Het had reeds in de dagen der Bourgondiërs en Oostenrijkers een zekeren roem. Een reizend Ita- liaansch prelaat als d'Aragona, die ons land in 1517 bezoekt, wil het zien en schrijft eenige opgetogen zin nen in zijn reisdagboek1). Hoe gaarne zouden wij gewild hebben, dat Albrecht Dürer zijn voorbeeld gevolgd hadde. Maar deze kwam zóó noordelijk niet; de Leid- sche kunstenaars, die hem belang inboezemden, vond hij te Antwerpen! Het midden der zestiende eeuw bracht voor het eerst2) een belangstellende voor iets meer dan oppervlakkige verschijningen in het stads leven naar deze streken, den Italiaan Guicciardini, wiens beschrijving van ons vaderland de eerste, meer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 11