VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE" 99 de archivaris de heer van Dalen het gezelschap rond leidde in het Oudheidkundig museum en de kerk en het schilderijenmuseum bezocht werden. Het bestuur had inmiddels het verstandige besluit genomen, op voorstel van dr. Moll en dr. van der Meulen, om de platenverzameling van de gemeente aan te vullen met een deel van de platen en kaarten uit de aan „Die Haghe" toebehoorende collectie-Geldmaker, voor zoover die in de verzameling ontbraken. Zij werden aan de gemeente in bruikleen gegeven en de nog overige 1600 platen en kaarten onder de leden geveild. Het jaar 1921 begint met klachten van den penning meester over een wanverhouding tusschen de inkom sten en de uitgaven, welke laatsten vergeleken met vijf jaar geleden met ongeveer 2300 zijn gestegen. Het bestuur zint op bezuiniging, waarvoor drie posten in aanmerking komen: het jaarboek, de platenatlas en de Notarieele protocollen. De protocollen winnen het, want het archiefonderzoek ligt het bestuur het naast aan ’t hart. Besloten wordt de uitgave van het jaar boek en de platenatlas uit te stellen. Wederom wordt dr. Hofstede de Groot in het bestuur benoemd met de nieuwe leden Jhr. mr. W. G. Feith en J. Smit, beide archief-deskundigen. De overige bestuursleden zijn de heeren Zillesen (voorzitter), Bijvanck, van der Meer van Kuffeler, Moll, van der Meulen en Verspijck Mijnsen. De heeren van der Meer van Kuffeler en Smit zijn resp. Ie en 2e secretaris, de heer Feith penning meester, dr. Moll redacteur van het jaarboek en dr. Hof stede de Groot assisteert als onder-voorzitter den heer Zillesen. Het bestuur splitst zich in drie commissies: voor de excursies de heeren Zillesen, Feith en Verspijck Mijnsen en uit de leden W. baron Snouckaert van Schauburg; voor de lezingen de h.h. Hofstede de Groot,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 120