3
102 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE”
bestuur was gekomen ter vervanging van den bedankt
hebbenden dr. Bijvanck, werd herkozen. Het nieuwe
bloed gaf telkens weer aanleiding tot verlevendiging van
actie, terwijl herkiezing van vroegere beproefde leden
het rechte spoor deed volgen. Zoo werd reeds in 't
zelfde jaar 1923 van zijn aftreding de heer Zillesen in
het bestuur herbenoemd ter voorziening in de vacature-
dr. W. W. van der Meulen, die, tot wethouder gekozen,
gemeend had te moeten bedanken. Dit geschiedde in
dezelfde vergadering van 14 November 1923, waarin de
voorzitter dr. Hofstede de Groot, wiens 60e verjaardag
op feestelijke wijze was herdacht, uit hoofde van zijn
groote verdienste voor de vereeniging tot eerelid werd
benoemd.
Had in het voorjaar van 1923 dr. N. Japikse zijn reeds
vermelde voordracht gehouden ter herdenking van het
jaar 1672 en meer in het bijzonder over den invloed,
welken ’s-Gravenhage onderging van de vijandelijke in
vallen in ons land en de benarde omstandigheden waar
in de Republiek toen verkeerde, in de najaarsvergadering
sprak dr. Van Gelder over de beveiliging van onze stad
in de 17e eeuw aan de hand van een tweetal voor velen
onbekende prenten, waarop een voor de stad ontworpen
vestingstelsel was te zien. Het plan tot versterking van
’s-Gravenhage ging uit van Prins Maurits. Om finan-
cieele bezwaren en andere redenen is het nooit ten uit
voer gebracht. De Haagsche overheid heeft daarna vol
staan met het graven der thans nog bestaande singels.
„Die Haghe” had in het jubeljaar 1923 haar aandeel
in de luisterrijke viering van de 25-jarige regeering van
H.M. Koningin Wilhelmina. Zij was vertegenwoordigd
in de commissie voor de historische herdenking en in
die voor de versieringen. Een subsidie werd verleend aan
de uitgave van het plaatwerk: „De residentie in vijf-en-