108 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE"
tegenwoordige bemoeiing van ons gemeentebestuur en
de taak der plaatselijke secretarie, waarover mr. dr. Ter
Pelkwijk een boeiende causerie hield.
In den loop van ons overzicht der geschiedenis van
„Die Haghe” mochten wij telkens wijzen op de ver
diensten van opvolgende bestuursleden voor het eigen
lijke voorname werk der vereeniging, de bewerking van
de bronnen voor de historie onzer stad, het archief
onderzoek en de daaruit voortgekomen publicaties. De
bestuursleden die achtereenvolgens het jaarboek van
„Die Haghe” redigeerden, de heeren Servaas van Rooijen,
Th. Morren, dr. H. E. van Gelder en dr. W. Moll heb
ben in deze periodieke uitgave een monument gesticht,
voor de geschiedenis van 's-Gravenhage. Van meer
vluchtigen aard, maar daarom niet minder belangrijk,
was in den loop der veertig jaren het groot aantal onder
werpen door mannen van wetenschap in de ledenver
gaderingen besproken, en werden er, goed geteld, een
120-tal excursies ondernomen, die meestal bij de leden
zeer in den smaak vielen. De commissie voor de excur
sies was dan ook voortdurend in de weer om in deze
richting het nuttige voor de vereeniging aan het aan
gename voor de leden te paren. Vooral maakte zich in
de latere jaren voor dit dynamische onderdeel van het
werk van „Die Haghe” verdienstelijk mr. Zillesen, wien
in 1926, toen hij uit de commissie terugtrad, door het
bestuur gehuldigd werd voor de vele diensten ook in
dit opzicht aan de vereeniging bewezen. En toen het
volgende jaar de heer J. Smit moest aftreden, herinnerde
men zich zijn uitstekend beheer van de geldmiddelen en
zijn vaak zeer gelukkig initiatief in de keuze en voor
bereiding van interessante lezingen. In zijn plaats werd
gekozen de vroegere secretaris van der Meer van Kuf-
feler, die thans als penningmeester optrad, en de redac-