DE VEREENIGING TOT BEOEFENING VAN
16
het
Deketh
heeren
betering aan te brengen. Het is zijn groote verdienste,
dat zulks hem inderdaad is gelukt in samenwerking met
een aantal mede-belangstellenden.
Op 11 December 1851 kwamen ten huize van
in de Spuistraat en op zijn uitnoodiging zes
samen.
In de eerste plaats zag men er Dr. F. J. van Maanen,
een medicus, die Departements-ambtenaar was geweest
en thans, reeds 74 jaren oud, staatsraad i.b.d.
Dan waren verschenen F. A. ridder van Rappard,
Secretaris-generaal van het Departement van Oorlog,
later Raad-adviseur aan dit Departement, P. C. G.
Guyot, gepensioneerd Kapitein, Jhr. G. L. F. van Kin
schot, le Luitenant en als jongste Jhr. J. W. van
Sypesteyn, ook le Luitenant en ambtenaar aan het
Departement van Oorlog, na 1863 aan het Koninklijk
Huisarchief. Met den gastheer was zoo het zestal vol.
Al deze heeren bleken warme voorstanders van
door Deketh genomen initiatief en zoo werd onmiddel
lijk besloten dergelijke bijeenkomsten geregeld te her
halen. Reeds een week later was men wederom bijeen
en hield men zich onledig met de bespreking van de
doeleinden, die men wilde nastreven en de middelen
om die te bereiken. Al stond de organisatie nog geens
zins vast, toch nam men reeds als zeker aan, dat op den
duur een verzameling zou worden gevormd. Daarvoor
stond reeds dien eersten avond van Rappard twee oude
prenten n.l. van de verheffing van Prins Maurits tot
Ridder van den Kouseband en van het Huis ten Bosch
benevens een Fransch reglementje van een Haagsch
muziekgezelschap genaamd St. Cecile af. Beide prenten
berusten nu in de gemeentelijke verzameling, het regle
mentje is verdwenen.
De derde bijeenkomst, gehouden op 8 Januari 1852