DE GESCHIEDENIS DER STAD ’S-GRAVENHAGE 21
eenige van de
Haagsche huizen begon
aanvang
men
der
aanvang gemaakt met een collectie van Haagsche
kranten omdat, zooals men in de notulen vindt aange-
teekend, „het nuttig en later waarschijnlijk curieus zou
kunnen zijn in het bezit te zijn van exemplaren der
verschillende te ’s-Gravenhage op onderscheidene tij
den uitgegeven nieuwsbladen”. Hiermede werd het
initiatief genomen tot de belangrijke en bijna volledige
verzameling van kranten en bladen in den Haag ver
schenen, die thans in het gemeente-archief een geheel
lokaal vult en dagelijks haar groot nut bewijst.
Nieuwjaarsprenten, toen nog zonder moeite en
kosten te verkrijgen, werden ook verzameld. De mooie
en unieke serie, die het gemeente-archief daarvan thans
bezit, dankt haar ontstaan dus ook alweer aan den
ijver der vereeniging.
Ook koopbrieven van
bijeen te brengen. Ziehier alweer de
groote collectie, thans nog aanwezig.
Ook werden plannen gemaakt om
historische nota’s door leden der vereeniging bewerkt
en in het archief gedeponeerd, door den druk alge-
meene bekendheid te geven. Deketh en van Sype-
steyn werden belast met de taak een dergelijke uitgave
voor te bereiden, waarvan vooreerst echter niets kwam.
De prentenverzameling vooral groeide gestadig aan.
Vele geschenken werden verkregen, zoo de fraaie kaart
van Delfland door Balthasar Florisz, terwijl door aan
koop een zestal prenten van La Fargue, samen voor
5.83, en ook de slechts in één exemplaar bekende
vogelvluchtkaart van Londerseel, waarvan in de atlas
van „die Haghe” zulk een fraaie reproductie is ver
schenen, werden verworven.
Schinkel verklaarde zich bereid de prenten op keurige
wijze op te zetten, terwijl alle stukken met een door