DE GESCHIEDENIS DER STAD 'S-GRAVENHAGE 25 band, die de vereeniging aan het gemeente-archief ver bond, verbroken en het contact met het gemeente bestuur niet meer zóó gemakkelijk als voorheen. Maar toch liet men het hoofd geenszins hangen, juist in 1861 kwamen de twee zaken, waaraan de vereeniging vooral haar aandacht schonk n.l. de uitgave der Mededeelingen en het museum een eind verder in de goede richting. Om ons allereerst bij de Mededeelingen te bepalen, de uitgever van Stockum was bereid gebleken de door de vereeniging geleverde geschriften in afleveringen het licht te doen zien en reeds in het voorjaar van 1861 werd de eerste aflevering ter perse gelegd. Zij bevatte allereerst een Kort Overzigt van hetgeen door de vereeniging verzameld is, waaruit blijkt, dat behalve vele boeken en brochures, ook reeds eenige handschriften eigendom der vereeniging waren. Het belangrijkste hiervan was het getijdenboek afkomstig van het St. Maria in Galileaconvent, dat reeds in Octo ber 1855 voor 5.20 op een veiling was verworven. Ook 29 penningen waren verzameld, vele voorwerpen van Haagsch porselein, 6 schilderijen en zoo almeer. De prentenverzameling bestond reeds uit 619 afbeel dingen. Na dit overzicht volgen eenige bladzijden over de gedenksteenen voor Jacob Oats en Constantijn en Chris tiaan Huygens, terwijl daarna een artikel over Haag- ambacht van de hand van Emants was opgenomen. Verder was er een stuk getiteld: Collegium Chirurgi- cum et Theatrum Anatomicum. Vervolg op het XXste Hoofdstuk van J. de Riemer’s Beschrijving van 's-Gra- venhage, dat door van Maanen was te boek gesteld, evenals het volgende artikeltje: Collegium Pharmaceu- ticum of broederschap der apothekers, aanhangsel op de Riemer’s Beschrijving van 's-Gravenhage. Daarop

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 37