DE GESCHIEDENIS DER STAD 'S-GRAVENHAGE 29
was
Dit kwam aan den dag bij de 2eer vele moeite, die
men zich gaf om de z.g.n. Atlas Mandemaker door de
gemeente te doen aankoopen. Dit was een verzameling
prenten betreffende den Haag, die in den loop van de
19e eeuw was bijeengebracht door W. K. Mande
maker, boekhandelaar in onze stad. Na 's mans dood
ze het eigendom zijner kinderen gebleven en be
rustte bij een zoon, predikant te Alblasserdam. De
familie wilde er zich wel van ontdoen, maar zou de
verzameling gaarne bijeen zien blijven.
De vereeniging had reeds meermalen overwogen
hoe prachtige aanwinst deze verzameling zou kunnen
zijn voor het Haagsche museum. In het najaar van 1862
reisde F. A. van Rappard naar Alblasserdam om er
inzage van te nemen en opgetogen kwam hij terug.
De verzameling bleek te bestaan uit 1500 prenten, be
nevens vele gedrukte en geschreven stukken van his-
torischen aard, verder uit een aantal keuren, ordon
nantiën enz. van 1656 af, eenige boeken en zeldzame
werkjes over Oldenbarnevelt en de de Witten, „mits
gaders vele andere, te veel om op te noemen.”
Men trachtte nu door brieven en mondelinge bespre
kingen het gemeentebestuur te overtuigen van de wen-
schelijkheid dit alles voor de gemeente te verwerven.
De geheele verzameling kwam op zicht en nadat deze
onder algemeen enthousiasme in een buitengewone
bijeenkomst was bekeken, besloot men B. en W. aller
dringendst te adviseeren er 1500 voor te bieden.
Dit advies werd gevolgd en het bod aangenomen. In
Maart 1863 daarop besloot de Gemeenteraad den ge
beden atlas aan te koopen.
Was dit voor het museum een belangrijke aanwinst;
weer werd het verrijkt, toen de vereeniging in Mei
1863 besloot ook de geheele boekerij en de sedert een