DE VEREENIGING TOT BEOEFENING VAN 34 tweede aflevering 1867 volgde een de bijeenkomsten voortaan niet meer zou kunnen bij wonen. Zoo was het ledental wederom te sterk ge slonken en men besloot daarom aan het einde van het jaar Dr. M. F. A. G. Campbell, onder-bibliothecaris, na 1 Januari 1869 bibliothecaris der Koninklijke Biblio theek uit te noodigen als lid toe te treden. Het bleek, dat hij gaarne zou willen, maar Donderdags onmogelijk zou kunnen vergaderen. Om zijnentwille werd daarom besloten voortaan op Dinsdagen bijeen te komen en op 26 Februari 1867 vinden we Campbell voor het eerst aanwezig. Was er dus onder de leden nogal veel, te veel mutatie, ook met de uitgave der Mededeelingen wilde het niet recht vlotten. Het debiet van het eerste deel was zoo gering geweest, dat de uitgever van Stockum ernstig aarzelde eer hij een tweede deel durfde ter perse leggen. Toch bleek hij er tenslotte toe bereid. Het duurde echter meer dan twee jaren eer weder een aflevering gereed was, die in den aanvang van 1865 verscheen. Zij bevatte een artikel over De Munt van de hand van (verm.) Emants, een beschrijving van het indertijd door de vereeniging aangekochte Hand schrift van het St. Maria in Galilea-convent door F. A. van Rappard, een stuk over De Bibliotheek van de Kapel op het Hof in den Haag, vermoedelijk ook van Emants en een artikel over De Rederijkerskamers van denzelfde. Verder: Hoe Huygens den voornaam ,,Con- stantijn” verkreeg doorVeegens, De woning van Johan de Witt door denzelfde, Het Mauritshuis en het Huis van Huygens, vermoedelijk van Veegens en tenslotte De ’s-Gravenhaagsche Buurt- of Begrafenispenningen, wederom door J. F. G. Meyer aan de vereeniging verschaft. Op het einde van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 47