DE VEREENIGING TOT BEOEFENING VAN 36 mannen met drukken ambtelijken werkkring, niet zoo veel tijd en belangstelling meer aan de bijeenkomsten konden wijden. Het zomerreces werd telkens langer genomen, in 1869 b.v. kwam men tusschen 8 Juni en 9 November niet bijeen. De presentiegelden, nog steeds regelmatig betaald, waren voor aankoopen niet meer noodig; de kas groeide zoozeer aan dat in 1871 een som van 25 werd bestemd voor de poklijders te ’s-Gravenhage. Een loffelijk doel zonder twijfel, maar dat toch wel heel ver afstond van dat der vereeniging. Op 21 October 1873 wordt de consequentie getrok ken, men besloot voortaan niet meer dan eens per maand, op den derden Dinsdag, bijeen te komen. Ook het getal der leden onderging in die laatste tien jaren der vereeniging menige wijziging. In 1867 over leed F. A. van Rappard, die na zijn verhuizing nog vijfmaal een bijeenkomst had bijgewoond, op 18 Maart 1868 van der Spuy, die reeds meer dan twee jaren niet aanwezig was geweest. In 1869 volgde A. G. A. van Rappard hem in het graf, terwijl in 1871 ook Emants aan de vereeniging ontviel. Hiertegenover stond alleen, dat Vrolik sinds 1869 weer geregeld aan de bijeenkomsten deelnam. Het ledental, dat nu tot vijf was teruggeloopen had dus aanvulling van noode en op 11 April 1871 werd besloten het lidmaatschap aan te bieden aan Mr. P. van den Brandeler, Oud-Secretaris en Archivaris van Dordrecht en aan Mr. W. Wintgens, Kamerlid en Oud-Minister van Justitie. Beiden verklaarden zich be reid toe te treden. In dezelfde vergadering trad Mazel, wegens zijn hoogen leeftijd als voorzitter af en werd als zoodanig door Veegens vervangen. In 1873 werd weer een groot verlies geleden doordat van Sypesteyn, die 100 bijeenkomsten als secretaris had

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 49