DE GESCHIEDENIS DER STAD 'S-GRAVENHAGE 37
gefungeerd, Gouverneur van Suriname was geworden.
Hij werd tot eerelid benoemd en hem werd een
door Hingman gecalligrafeerde oorkonde aangeboden.
Campbell verklaarde zich bereid hem als secretaris te
vervangen.
In 1875 bedankte Mazel wegens toenemende doofheid
als lid ook hij werd eerelid en enkele maanden
later werd Mr. J. de Wal, Oud-Secretaris-generaal
van Binnenlandsche Zaken en Oud-Hoogleeraar te
Leiden tot lid benoemd, die echter reeds twee jaren
later naar Deventer verhuisde en weer bedankte. In
het laatste jaar der vereeniging kwamen geen mutaties
onder de leden meer voor.
Toch zijn in die laatste jaren, al zagen ze niet meer
zooveel resultaten als de vorige decennia, nog verschil
lende werkzaamheden verricht en plannen gemaakt.
Hiervan mogen er tenslotte nog enkele genoemd worden.
Ten eerste werden de nieuwe straatnamen in de
bijeenkomsten der vereeniging ontworpen, een functie,
die nu ook op het gemeente-archief is overgegaan.
Reeds in 1863 vroeg het gemeentebestuur advies over
straatnamen aan de museumcommissie, die het verzoek
aan de vereeniging endosseerde en sedertdien werd
deze telkens rechtstreeks geraadpleegd.
Ook het verwaarloosde standbeeld van Descartes,
dat vroeger in het Willemspark stond, maar sedert
vele jaren op de gemeentewerf was opgeborgen, ver
heugde zich in de belangstelling der vereeniging.
Reeds in 1865 werd hier de aandacht op gevestigd en
het was stellig niet in de laatste plaats aan de vereeni
ging te danken, dat het in 1871 in den tuin van het
museum aan de Korte Beestenmarkt werd geplaatst,
vanwaar het in 1874 werd overgebracht naar den tuin
van de nieuwe Burgerschool op het Bleyenburg. Men