Rooijen,
DE VEREENIGING „DIE HAGHE” GEDURENDE
HAAR VEERTIGJARIG BESTAAN
1890—1930
DOOR
P. A. HAAXMAN
’s-Gravenhage heeft het nooit ontbroken aan be
schrijvers harer geschiedenis. In den loop der tijden
hebben over de Graven-stad belangrijke geschriften
het licht gezien. Behalve het klassieke werk van de
Riemer, de beschrijving van 's-Gravenhage door Gijs-
bert de Cretser en de berijmde topografische beschrij
ving van Jac. van der Does, allen uit de 17e en de 18e
eeuw, verschenen vooral in de vorige eeuw tal van
werken over Den Haag, o.a. van A. W. Kroon, Anth.
Lopez de Fonseca, W. P. van Stockum, dr. Jonckbloet,
(Physiologie van Den Haag), Arn. Ising, Joh. Gram,
Servaas van Rooijen, Th. Morren, dr. H. E. van
Gelder en vele anderen in grootere en kleinere ge
schriften. Ook de systematische beoefening van de ge
schiedenis onzer stad dagteekent eerst van de vorige
eeuw. Bekend en veel geraadpleegd zijn de „Mede-
deelingen van de Vereeniging tot beoefening van de
geschiedenis van ’s-Gravenhage”. Zij heeft jaren lang
tot in 1878 hoogst verdienstelijk werk gedaan. De
wederopvatting van haren arbeid heeft onze stad te
danken gehad aan den in 1884 benoemden eersten
gemeente-archivaris, den heer A. J. Servaas van