44 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE”
betrekking had. Wat die man al geschreven heeft in
dagbladen, tijdschriften en brochures over Den Haag,
wat hij al voor plannen voor „Die Haghe” heeft uit
gebroed, een boekdeel zou er over te vullen zijn.
Zijn tijdgenooten verbaasden zich over zijn werkijver
en zijn dagtaak, die overvuld was door zijn dubbele
betrekking van archivaris en directeur van het ge-
meente-museum en nochtans ruimte van tijd overhield
om nieuw werk voor „Die Haghe” aan te dragen en
voor een goed deel zelf te verrichten. Als oud-boek-
handelaar zat het verzamelen en aankoopen hem zoo
zeer in 't bloed, dat toen in 1905 dr. H. E. van Gelder
het beheer van ’t archief der gemeente van hem over
nam, er duizenden boeken door hem bleken te zijn aan
gekocht, die niet op Den Haag en omstreken betrekking
hadden. Naar schatting bleven er van de 8000 werken
ongeveer 3000 banden over, die den grondslag hebben
gelegd voor de tegenwoordige Historisch-topografische
gemeente-bibliotheek. Op Servaas van Rooijen was bij
al zijn goede eigenschappen van toepassing „surtout
trop de zèle”.
Wij zullen hem in het vervolg der geschiedenis
van „Die Haghe” nog wel eens meer ontmoeten.
Zijn vriend Hageraats, de rector van het R. Kath.
gesticht in de Warmoezierstraat, was niet minder en
thousiast in zijn liefde voor oud-Den Haag, maar veel
bezadigder en bezonkener in zijn adviezen, een man
van wetenschap, die zijn vrienden had bij alle partijen
en in alle kringen gaarne gezien werd. Hoezeer pater
Hageraats vóór alles Nederlander en Haagsch burger
was, wars van het werken met de splijtzwam en het
zich verdeelen en afscheiden van zijn landgenooten in
evenzoovele hokjes als er secten waren, bewees hij in
een bestuursvergadering, waar hij voorstelde eenige