VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE” 45 de predikanten tot werkende leden te benoemen. Zijn collega in het eerste bestuur, dr. R. Krul, ver deelde zijn tijd tusschen de geneeskundige praktijk en het schrijven van artikelen over de medische weten schap in vroeger dagen, met name in Den Haag. Als zoodanig had hij een evenknie in dr. van den Hegge Zijnen, die ook een ijverig werkend lid van „Die Haghe” is geweest. Wij komen nu aan J. C. van der Muelen, de specialist in genealogie, stichter en ijverig medewerker van het tijdschrift van het Genootschap „De Neder- landsche Leeuw”. Ik zie hem nog voor mij, met zijn korte pasjes door Den Haag dribbelend, zeer bijziende, steeds met het lorgnet aan een bandje in het oog, en, naar mij uit het archief bleek, bijzonder punctueel in het bijhouden van de notulen. De penningmeester de van der Schueren, was een man van studie, waarvoor hem zijn rentmeesterschap van het Hofje van Nieuwkoop veel vrijen tijd liet, zoodat de vereeniging als spoedig in hem een goede kracht had. Eindelijk pater Zwart, van wien ik wel eens een lief sonnet heb gelezen. De jeugdige vereeniging ging natuurlijk van onderstelling uit, dat bij zeer vele Hagenaars het vuur der liefde voor de geschiedenis hunner stad smeulde en slechts wachtte op een rondzendbrief van het bestuur om te ontvlammen. Er zouden zijn donateurs, werkende leden, buitengewone leden, eere-leden en correspon- deerende leden. Aanvankelijk stelde men zich voor, evenals de vroegere Vereeniging tot beoefening enz., de werkzaamheden streng wetenschappelijk te houden. Wel moet tot eer van „Die Haghe” gezegd worden, dat zij aan dat beginsel gedurende haar 40-jarig bestaan zoo streng mogelijk heeft vastgehouden, maar het heeft

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 61