50 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE"
liefhebbers en verzamelaars. Onder de nieuwe leden
waren er die sedert „Die Haghe” trouw zijn gebleven
en inderdaad zeer ijverige werkende leden zich hebben
betoond, zooals generaal F. de Bas, R. H. Driessen,
Jhr. mr. C. H. Beelaerts van Blokland, C. F. Gijsberti
Hodenpijl, mr. A. E. H. Goekoop, dr. C. Hofstede de
Groot, P. Louwerse, C. H. Peters, M. G. Wildeman.
B. G. van den Hegge Zijnen, J. Kuyper, Th. Morren,
J. A. H. Mialaret, om enkelen van de besten te noemen.
In de verslagen over de eerste jaren vindt men o.a.
vermeld, dat aan een commissie (de werkende leden
Vorsterman van Oyen, Tideman en de Wit) werd
opgedragen een plan te ontwerpen om de oude registers
van doop, huwelijk en begrafenis over te schrijven en
beter te bewaren. De heer Goekoop had fraaie gobelins
gevonden in een huis in de Korte Hoogstraat (o.a.
Minerva met Juno en Venus door Mercurius geleid
naar Paris). De heeren van Rooijen en Mialaret hadden,
in verband met een tentoonstelling door de vereeni-
ging Arti et Industriae van oud Haagsch aardewerk
en porcelein, waarvoor de leden van „Die Haghe”
waren uitgenoodigd, vooraf mededeelingen gedaan
over de oude Haagsche aardewerk- en porceleinfabriek.
De heer Tideman had gesproken over Christiaan Huij-
gens, den uitvinder van het slingeruurwerk. Alsvroolijk
intermezzo had de voorzitter, na een verhandeling
over de Doopsgezinde Gemeente alhier, verteld in het
Keurboek van ’s-Gravenhage van 1641 gevonden te
hebben, dat Cornelis Jol alias Houtebeen van zijn
vrouw Aaltje Jans gescheiden was en dat de Magistraat
ieder voor haar waarschuwt die huwelijksplannen met
haar mocht hebben!
In 1892 viel aan „Die Haghe” de eerste onderschei
ding ten deel op de in den zomer van dat jaar te Scheve-