52 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE" excur- den heer Hage- Van het jaar 1893 dagteekenen ook de eerste sies van „Die Haghe” op initiatief van kende het geschenk een eereplaats te verleenen in het gemeente-museum, op grond van de statuten, die be palen dat zoodanige voorwerpen in bruikleen aan dat museum worden afgestaan. Er volgde nog een derde insgelijks goedgekeurd adres aan H.M. de Koningin- Regentes, waarin H.M. verzocht werd toe te staan de medalje voor de vereeniging te aanvaarden. H.K.H. had namelijk vooral op dit verzoek gewezen. Besloten werd de medalje in Diligentia voor de leden en hun dames ten toon te stellen. De breve en het begeleidend schrijven zouden in het archief geborgen worden. De heer de van der Schueren dankte den heer Servaas van Rooijen voor de vele moeite en de zorg om een vorstelijk geschenk vorstelijk te behandelen. De voorzitter had nog een aangename tijding te doen: zijn artikel over „Schrijf toch niet ’s-Hage” zal in de publieke zaal van het postkantoor worden opge hangen! En dan: de „Geneeskundige Courant” schrijft niet meer ’s-Hage!! In 1893 treedt een nieuw lid in het bestuur, de heer mr. A. E. H. Goekoop, die gedurende vele jaren een groote steun voor „Die Haghe” is geweest, terwijl in dat jaar een der verdienstelijkste werkende leden, de heer J. Kuyper gehuldigd wordt door aanbieding van een zilveren medalje met portret en den platten grond van het Binnenhof besloten in een band met het op schrift „De Verg. „Die Haghe” aan Jacob Kuyper”, een hulde voor de door hem vervaardigde kaart van ’s-Gravenhage, aangevende in kleuren de ontwikkeling en groei der stad van de stichting van het Binnenhof af tot op Kuyper’s dagen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 68