VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE” 55
Het eerste lustrum werd op eenvoudige wijze gevierd
in een buitengewone ledenvergadering, door Servaas
van Rooijen wederom aangegrepen om de leden nog
eens tot vernieuwden ijver te prikkelen. Hij beschouwt
hen als mede-reisgenooten door Die Haghe, waar bij
elke plek die zij betreden, historische herinneringen
worden gewekt, de leden ook vergelijkende met die
van een groot huisgezin welke periodiek aan een uit-
gebreiden disch deelnemen. Hij verheugt zich in den
bloei der vereeniging en in de steeds toenemende be
langstelling binnen en buiten de residentie. Het leden
tal bedroeg toen, na 5 jaren, 2 donatrices, 1 donateur.
feest te houden op de plaats waar vóór 2 eeuwen de
vrede van Rijswijk werd gesloten. De voorzitter, zeer
ingenomen met dit plan, had zelfs een optocht willen
organiseeren, met de gezanten in hun koetsen van 200
jaar geleden als hoofdfiguren. Tot besluit zou een wan
deling gemaakt worden door de lommerrijke lanen en
welige landouwen, waarna een kostelijk maal. Dit plan
ging echter niet door, al teekent het wel de geest
driftige stemming van „Die Haghe” in die dagen.
Beter slaagde het initiatief van de vereeniging, die
op voorstel van J. J. van Nieukerken, krachtig gesteund
door de Stuers en Peters, een commissie benoemde om
te voorzien in den treurigen toestand waarin de Kapel
van Assendelft in de Groote Kerk verkeerde. In deze
vergadering kwam waarlijk het woord ’s-Hage weer
op de proppen. Het werd nog altijd gebruikt. Besloten
wordt op de achterzijde van omslagen en couverten
papiertjes te plakken met het verbod om 's-Hage te
schrijven. Er waren zelfs leden van „Die Haghe”, die
zich aan het verbod niet stoorden. Ook zouden de
hoofden van scholen nog eens worden aangeschreven.