58 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE” welwillend is geweest drie armbesturen, de Diaconiebroeders, de H. Geest- meesters en de Huiszittende armmeesters, die na de Reformatie veranderden in het Diaconiebestuur der Gereformeerde Gemeente. Op dat oogenblik (1897) waren er in Den Haag 104 zegge honderd en vier instellingen van weldadigheid. Sedert is men door cen tralisatie met meer vrucht gaan werken. Niet minder merkwaardig was hetgeen de Haagsche Opperrabijn Tal op een avond vertelde van een ver zoekschrift der Haagsche Israëliten aan den Magistraat inzake de bruggen 200jaren geleden, om namelijk tegen betaling van een aanzienlijke schadevergoeding de ver gunning te verkrijgen de steenen bruggen en wegen die toegang gaven tot Den Haag, successievelijk in ophaalbruggen te doen veranderen en de open wegen van slagboomen te voorzien. Aanleiding hiertoe was, dat de Joden volgens kerkelijk voorschrift zich op Sabbath niet buiten hun woning mochten begeven. Daar nu de uitvoering van dit voorschrift aan te veel be zwaren onderhevig was, trachtte men hieraan tegemoet te komen door het begrip woning uit te breiden tot de geheele stad, maar dan moest ook de stad een privaat karakter dragen en door muren afgesloten zijn. Daar nu Den Haag als open vlek hieraan niet voldeed, meende men met de afsluiting in bedoeld request te kunnen volstaan. De Magistraat, die altijd zeer jegens de Joden, voldeed aan het verzoek. Maar toen waren er weer die meenden, dat in een niet ommuurde plaats geen Synagoge mocht worden gebouwd. Opnieuw deliberatie en uitgebreide corres pondentie hierover, tot eindelijk de geleerde Johan Christophorus Wagensein, hoogleeraar te Neurenberg, hierover geraadpleegd, wetenschappelijk aantoonde, dat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1930 | | pagina 75