VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE" 61
door den kunstschilder J. G. Smits en den decoratie
schilder A. C. Sommer, afgewisseld door zang van mej.
Brunet de Rochebrune, instrumentale muziek en dans
van Westlandsche boeren en boerinnetjes. Al dadelijk
pakte het eerste nummer: een Oranjeboom, door de
Prinses von Wied als herinnering aan haar vader, wijlen
Prins Frederik in bruikleen aan „Die Haghe” afge
staan. De boom prijkte tegen een licht, zachtkleurig
fond: op den voorgrond mej. de Rochebrune, die het
Oranje May-lied van Joost van den Vondel voordroeg,
waarna als slot van dit tableau door het bestuurslid
pater Zwart in Vondeliaanschen stijl gedichte couplet
ten door de zangeres werden voorgedragen. Er volgden
nog twee tableaux met actie: Philips van Marnix, heer
van St. Aldegonde op het slot te Dillenburg in den
huiselijken kring het Wilhelmuslied voorlezende (29
Juni 1572). Na het reciet werd door een mannenkoor
het Wilhelmus gezongen. Het tweede tableau, hulde
aan den jonggeboren Prins Willem II, waarbij
Vondel’s Geboorteklok gereciteerd werd; het prinse
lijk kindeke in een wieg uit dien tijd (van den antiquaar
Teunissen) en daarnevens Prinses Amalia van Solms,
gezeten onder een boom beladen met Oranje-appelen en
heraldieke wapenen. De groep Westlandsche boeren en
boerinnen kwam den Oranje-telg begroeten en bood der
Prinses de producten van hun grond aan. Als achter
grond mooi gezicht op den Vijverberg door Sommer.
Weer een ander tafereel als apotheose: alle mede
werkenden in een oploopende groep opgesteld, hulde
brengende aan Koningin Wilhelmina, wier borstbeeld
hoog op den achtergrond prijkte.
Sommige medewerkers nog in leven zullen zich dezen
inderdaad schitterenden feestavond van „Die Haghe”
nog wel herinneren.