68 VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE”
en
even-
het
hiertoe ook geraken. De heer de Bas kwam op deze
eerste bijeenkomst al dadelijk met voorstellen. Naar
aanleiding van een handschrift van Simon Stevin, onzen
grooten wis- en waterbouwkundige, op de Oranje-
tentoonstelling tijdens de Inhuldigingsfeesten, bracht hij
de vraag ter sprake of het niet mogelijk zou zijn den
naam van Stevin te verbinden aan een historische studie
over den treurigen toestand waarin onze grachten toen
reeds meer dan een eeuw verkeerden. De heereri
Hageraats, dr. Krul en Morren werden in commissie
benoemd om hieromtrent een onderzoek in te stellen
en rapport uit te brengen. Ook stelde de heer de Bas
voor om den onaangenamen indruk uit te wisschen
welken de woorden van den heer van Rooijen op den
feestavond van 20 September hadden gemaakt, door
nog dit jaar den leden een avond aan te bieden aan de
geschiedenis van het Oranje-huis gewijd. Dr. Schaep-
man zou hiervoor worden uitgenoodigd.
Al spoedig volgt een begin van uitvoering met de
huldiging van Stevin. In het huis door hem bewoond
aan de Raamstraat werd aan den gevel een gedenk
steen onthuld, waarvan afgietsels werden gezonden aan
het gemeentebestuur van 's-Gravenhage, aan burge
meester en schepenen van Brugge, aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken voor het Rijksmuseum
aan den Minister van Oorlog ter plaatsing in het
tueel te stichten Krijgsmuseum. De bewoonster van
huis, mevr. Michaël, kreeg als souvenir een foto van
het huis met den steen in lijst.
Met medewerking der commissarissen van de Nieuwe
of Littéraire Sociëteit werd ook in 1900 in het Socië
teitsgebouw in het Bosch een gedenksteen geplaatst ter
herinnering aan Ary van der Spuij (11 Mei 178110
Maart 1868), directeur der particuliere domeinen van