VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE" 69
Koning Willem II, aanlegger van het Haagsche Bosch
in 1819 en volgende jaren, in het bijzonder van het
terrein om het Sociëteitsgebouw aldaar in de jaren
1846 en 1860.
Van de Bas gaat de gedachte uit om den Koning-
Stadhouder Willem III te huldigen door het oprichten
van een standbeeld. In 1910 zou het 250 jaar geleden
zijn, dat de Prins geboren werd. Dat zelfde jaar bestaat
Den Haag 650 jaar en „Die Haghe” 10 jaar. Het com-
bineeren van deze drie gedenkdagen wordt overwogen.
In elk geval zal den 14en November, geboortedag van
Willem III, een feestavond gegeven worden. Het blijkt
uit het welslagen van het plan, dat geen betere viering
voor het 10-jarig bestaan der vereeniging gekozen had
kunnen worden dan deze huldiging van Stadhouder
Willem III en de gelijktijdige herdenking van Den Haag
650 jaar geleden gesticht. De Bas opende het feest met
een oratie op Willem III en deelde meê het plan van
„Die Haghe” om het initiatief te nemen tot de oprichting
van een standbeeld.1) In de proloog werd tegelijk het
650-jarig bestaan van de stad en het tweede lustrum van
de vereeniging herdacht. Lichtbeelden werden vertoond
over de geschiedenis van 's-Gravenhage in 60 platen,
loopende van 1299 tot 1899, en de Koninklijke Zang-
vereeniging Cecilia” verleende hare medewerking voor
het muzikale gedeelte van den avond.
Het was in die jaren een roes van feestavonden voor
„Die Haghe”, aangezien de vereeniging voor de huwe
lijksfeesten van H.M. Koningin Wilhelmina, die intus-
schen het Beschermvrouwschap had aanvaard, grootsche
-1) Men kent de geschiedenis van het monument. Na jaren strijd
tusschen het Haagsche comité en de hoofdcommissie, heeft deze
laatste ten slotte weten door te drijven dat het beeld niet in Den
Haag, maar te Breda werd opgericht.