VEERTIGJARIG BESTAAN DER VER. „DIE HAGHE" 73
I
het nieuwe
daarop ge-
zoeken en te eeren, het heden te verfraaien en de toe
komst van „Die Haghe” en van de stad voor te be
reiden en te verzekeren, of er ontstond een vrij ernstige
bestuurscrisis naar aanleiding van een door het bestuur
voorgestelde statutenwijziging. Hoofdbepalingen: de
vereeniging heeft ten doel de geschiedenis van Den
Haag en omstreken uit de bronnen te leeren kennen
(dit „en omstreken” met het oog op de mogelijkheid,
dat de bronnen van Den Haag eenmaal wel eens uitge
put kunnen raken). Verder werkende leden vervangen
door gewone leden; aantal negen bestuursleden blijft, en
de aftredende bestuursleden terstond herkiesbaar. Wel
nu, tegen deze beide laatste bepalingen ontstond heftig
verzet van een meerderheid der ledenvergadering, ook
van een minderheid in ’t bestuur, de secretaris Morren,
die zich eveneens verklaarde voor niet dadelijke herkies-
uitnoodiging van den in die dagen zeer roerigen Naun-
dorff-vereerder Otto Friederichs, hadden de leden en
hun dames de onthulling bij gewoond van
graf van Lodewijk XVII te Delft. In een
volgde bestuursvergadering betreurde secretaris Morren
het, dat aan deze uitnoodiging gevolg was gegeven
door een historische vereeniging, daar de quaestie
Naundorff door velen als zeer twijfelachtig wordt be
schouwd. Ook de voorzitter gelooft allerminst aan de
wettigheid der afstamming. Toch had hij geen bezwaar
gehad om de leden tot deze plechtigheid of vertooning
uit te noodigen. In zijn woord van dank aan Friederichs
had hij alleen gesproken over de daad van piëteit die
hier was verricht en over de gastvrijheid die de Bour
bons hadden genoten.
Voorzitter de Bas had nog pas de leden in een ver
gadering aangespoord om de vereeniging in haar
schoone taak te steunen door het verleden te onder-
te eeren, het heden te verfraaien
„Die Haghe” en van
te verzekeren, of er
naar aanleiding