86 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
I
aan de pap, voelt
B.’s soldaat, x)
Zie noot op bl. 66.
2) Aan het einde van de Statenlaan was een dorp van houten
barakken ingericht, genaamd Village Marie Josée en bestemd voor
Belgische vluchtelingen.
en vooruit biechten, ’t kon eens verkeerd afloopen.
’s Avonds verscheen H. op de afgesproken plaats en
zeide haar sweetheart dat 't uit moest wezen, omdat
hij niet Roomsch was. Nu ’t speet hem, maar er was
niets aan te doen en ieder ging zijns weegs. Waarom
heeft zij niet dadelijk om een Roomschen vriend ge
vraagd. Annie had haar aangeraden bij een volgende
ontmoeting een kruisje te slaan en dadelijk te vragen
„you also”, ’t Is zoo sneu als ’t weer uit moet, voor
zoo’n jongen ook. H. was zich een stuip geschrokken
toen ik haar met hem tegenkwam.
Gisteren kwam ik Engelsch-Indiërs tegen met khaki-
tulbanden op.
Pa is angstig mager, hij wil niet
zich goed. Ik kreeg een briefkaart van
hoe het met de kiekjes stond. Den vorigen Zondag
namen we een paar kiekjes van ’t Belgische dorp2),
met het idéé dat het haast opgeruimd zou worden,
’t Lijkt er nog niet veel op nu. Sommigen zijn bang dat
we er nog inkomen. Amerika belooft ons graan als wij
alle handel met Duitschland stop zetten. Ze hopen
zeker ons nog aan hun kant te krijgen en denken dat
we eindelijk willen omdat Duitschland lam is. Nette
manier. Denemarken begint over Sleeswijk-Holstein
te zeuren, denkt zeker ook van de gelegenheid gebruik
te maken. Die Prins Max valt, geloof ik, ook niet mee
en Wilson zeurt wat. Waarom nu niet te eindigen met
dat bloedvergieten? De Duitschers schijnen nog al huis
gehouden te hebben. Hindenburg heeft dat nu ver-