94 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
er gelukkig
zich wel in aanmerking komen. Op de N.U.M. bleven
Maandag drie tegelijk weg voor de griep. Twee ervan
waren zoo slap, dat ze in bed flauw vielen. Op Kolo
niën zijn F. en juffrouw de J. nog ziek; ook v. V. bleef
Vrijdag met griep thuis, maar gisteren kwam hij weer,
zijn meisje was jarig.
In de apotheek nog steeds bar druk. A. is
weer. In Rijswijk hadden ze ’t ook druk.
Met den vrede lijkt ’t weer niets, ’t is wanhopig.
Ma maakt er zich soms naar over, dat schiet maar
dood en vervloekt maar. Laat ze toch opschieten. De
Keizer schiet ook niet op met de belangrijke mededee-
ling. Men zei al dat hij in Middachten zat, dat hij in
Apeldoorn ging wonen enz.
Mijnheer B. vond ’t niet te pas komen, dat tante R.
de bons, die ze over had weggaf. Tante zei dat hij dan
ook niet moest hamsteren. Stel je voor, dat je geen
bons aan R. (de werkster) mag geven en wel zelf
dubbel opslaan! R. kreeg wat biscuitmeel, ze hadden
’t zoo beroerd; zoo goed als geen melk meer, natuurlijk
te weinig aardappelen en de bons al 10 cent 't stuk.
Appeltjes 10 cent ’t stuk, groente haast niet te krij
gen. Naar bieten is veel vraag sedert in de krant
stond dat die zoo goed waren tegen de griep.
In Duitschland kost een kip 250 mark. In Oostenrijk
hebben ze den bondgenoot, die voor hen begonnen is,
in den steek gelaten en maken ze vrede. *t Moet wel,
er is revolutie. De Engelsche eisch is, om ’t leger door
te laten naar Duitschland. De regeering kan wel „ja”
zeggen, maar heeft niet veel te zeggen.
Keizer Karei is goed af met die erfenis van Frans
Joseph, ’t lijkt anders wel een flinke vent. Frankrijk
heeft vrede gesloten, maar ’t geeft zoo nog niet veel.
Gisteren moest weer melk genomen worden op een