98 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
a
gertje spelen. Om 8 uur kwam moeder of tante met een
boterham en dan ging ieder weer op zijn plaats met
de kan in de hand en de winkel ging open, ’t Was
anders een mooi gezicht die rij pannen en kommen,
soms ook theepotten.
Als ze eindelijk haar liter melk had, ging ze naar
huis, maar na ’t eten moest ze de vaat laten staan om
van 1-3 weer in de rij te gaan staan om weer 1 liter
melk te kunnen krijgen. Dan weer eten koken op de
kachel in de huiskamer en vroeg naar bed om electri-
citeit te sparen en om ’s morgens weer vroeg op te
kunnen zijn. Nu waren er gelukkig melkkaarten ge
komen. Visch bij de halletjes kocht D. ook nooit, dat
kostte je een halven dag staan, zonde van de schoenen.
J. lapt zelf de schoenen, hij had voor 10 een oude
autoband gekocht om zolen te maken. Rood-gummi-
zolen zie je veel, ook houten zolen onder de schoenen.
Straatjongens veel met bloote voeten in de klompen.
Voor nieuwe schoenen moet je een formulier halen,
dat invullen, een kaart halen, deze inleveren en dan
krijg je op een bon schoenen. Tante W. had nog
schoenen gerepareerd gekregen zonder bon, een lapje
op de zool voor 60 cent. R. B. heeft griep gehad; haar
zoon J. was ook ziek, zeker van 't staan.
Van *s avonds 9 uur af stond hij soms in de queue
voor een stuk koeiekop, soms afgelost door R. en C.
Het broodrantsoen wordt meer en we hebben juist een
kaart extra. Het was 1 broodkaart 2800 gram voor 1
week, 2 gram op papier is 1 gram brood. Het wordt 1
broodkaart 2800 gram voor 10 dagen, 1 gram op papier
is 1 gram brood. En met de nieuwe uitreiking zal het
worden: 1 broodkaart 1400 gram voor 10 dagen, 1
gram op papier is 2 gram brood.
De broodkaarten zijn nu voor 10 dagen, omdat dit