104 EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN
ziek, bij
commiezen. Een vriendin van A. is getrouwd met een
Engelschman, hij wil haar niet mee terug nemen. Het
zal wat geven als al die Engelschen weg gaan. Men
hoort allemaal verhalen over revolutie en angst daar
voor, over Wijnkoop en Troelstra en afstand doen
van de Koningin. Men beweerde dat er auto’s klaar
stonden voor de Koningin om te vluchten. Maar er
zijn nog veel Oranje-gezinden. F. kreeg gisteren een
telegram voor een vergadering van vakvereenigingen.
Ze willen demobilisatie (die is er al), vrouwenkies
recht, achturigen werkdag. Biljetten in de stad verspreid
tegen staking en wanorde. Uit de stelling Amsterdam
rijst vrij, 2 kilo de persoon. Van W. twee aardappel-
bons gekregen, zij krijgt daarvoor twee jambons, die
wij met chocolade en bons van de K.’s kregen.
De griep is nog erg, ijselijk. Weer een heele rij
dood-advertenties, allemaal jonge menschen. In Am
sterdam moet 't nog heel erg zijn; iemand ging er met
zijn vrouw heen voor een vergadering, zij bleef een
dag langer om te passen, kreeg de griep, ging dood.
Hij kreeg hier de griep, ligt nu met erge longontsteking.
In Dordt is ’t ook erg. T. de B. mag niet thuis komen.
Mevrouw komt ook niet. Gelukkig is ’t hier niet zoo
erg. Bij B. op ’t kantoor zes ziek, bij ons vier. De
meesten al drie weken ziek.
Woensdag 13 November.
Gisterenavond druk in de stad, zooals een dame in
de apotheek vertelde. Volgens Greta druk voor ’t
paleis. Vanmorgen bericht in de krant dat de Kroon
prins niet doodgeschoten is, maar in ons land is. Op
kantoor wist men ook te zeggen dat er vannacht relle
tjes in de stad waren geweest. In Rotterdam ook. De
marechausée’s uit Venlo zouden komen. Ik moest naar
’t archief, zag overal soldaten met patroontasschen.