EEN HAAGSCH DAGBOEK UIT DE OORLOGSJAREN 107
soldaten vrij eten en drinken, vrouwenkiesrecht, enz.
Van S. gisteren in Amsterdam les gegeven. In den trein
bleek in de coupé een pro-revolutieman te zijn, die
hebben ze in een hoek getrapt. Ook op 't achterbalcon
van de tram, waar hij een praatje begon, kwam hij in ’t
ongelijk. De schooljongens waren oproerig geweest, in
de stad vrij kalm, ’s Avonds aan 't station vreeselijk
druk. Treinen vol gedemobiliseerde soldaten, zingen en
juichen, oorverdoovend lawaai. Treinen te laat hier
door, een half uur in de herrie gezeten. De Engelschen
zijn ook verrukt, gisterenavond zwierden drie gearmd
over straat, daarachter vijf Nederlandsche soldaten.
Uit Groningen zijn de Engelschen al weg. Hier zijn ze
bezig pak en zak naar ’t station te brengen.Markt is
er niet, de regeering is wel benauwd. Greta had gis
terenavond zanguitvoering, maar 't ging niet door, er
was spoedvergadering in 't Gebouw. Ze woonde die
bij, katholieken tegen de revolutie, 't Scheelt nu wel dat
we een katholieke regeering hebben, 't katholieke volk
doet niet mee. B. is ook revolutionistisch, R. heelemaal
niet. Ze is niet oranjegezind, maar ook niet revolutio
nair en zoo zijn er velen. Men is bang dat met revo
lutie niet te rekenen is op politie en soldaten, vandaar
het oproepen van vrijwillgers. Gisterenavond een vrij
williger in de apotheek; hij zag ’t slecht in; daarna een
militair, maar die was optimistisch, op de cavalerie viel
wel te rekenen.
De Koninklijke Stallen, nu kazerne voor de vrijwil
ligers. De Koningin had met hen gesproken, heel aar
dig. In ’t Lange Voorhout werd zij spontaan toege
juicht door een paar vrouwtjes. Ze beleeft ook wat
dezer dagen, toch zijn er heel wat Oranje-gezinden.
Wij zijn hier ook net zoo vrij als in een republiek, ze
heeft toch haast niets te zeggen en een blijvend hoofd