IN MEMORIAM DR. C. HOFSTEDE DE GROOT 3 rapport te maken had omtrent de mogelijkheid van een reorganisatie van het museumwezen ten onzent bijvoor beeld, heeft hij zijn volledigen tijd gegeven. Onder dit soort werkzaamheden is ook te rekenen het geen Hofstede de Groot voor Die Haghe gedaan heeft, hetgeen vooral ligt in de laatste vijf en twintig jaren. Zijn relaties waren echter reeds veel ouder, immers in de jaren, dat hij aan het Mauritshuis verbonden was, schreef hij min of meer regelmatig over de nieuwe aan winsten der Haagsche musea in ons Jaarboek, en hij bleef de Vereeniging trouw door zijn lidmaatschap steunen, -een der oudste leden was hij zelfs, daar wij hem reeds vinden in 1893! In het bestuur trad hij in 1905, toen hem dadelijk het ondervoorzitterschap werd opgedragen, dat hij bekleedde tot hij in 1909 mr. Gratama als voorzitter opvolgde, tot 1911. In 1913 werd hij weder tot bestuurslid gekozen en ondervoorzitter, om al in 1914 Aug. Sassen op te volgen als voorzitter, wat hij tot 1919 bleef. Wederom was hij enkele jaren als niet herkiesbaar buiten het bestuur, maar in 1921 trad hij er weer binnen om in 1923 nogmaals voorzitter te worden, hetgeen hij bleef tot 1927. Achttien jaar bestuurslid, waarvan elf jaar voorzitter, het is waarlijk niet weinig voor iemand, wiens werktijd zóó werd in beslag genomen, en het was vol komen gerechtvaardigd, dat hem in 1923 het eere- lidmaatschap werd verleend. Het voorzitterschap van Hofstede de Groot is trou wens voor Die Haghe van bijzondere beteekenis ge weest. Niet alleen om het nauwgezet vervullen van de functies, om de moeiten, die hij zich gaf om ook zelf lezingen te houden, of kunstbeschouwingen te leiden, om het werk, dat hij in de subcommissies voor de protocollenbewerking, voor de lezingen, voor de publi-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1931 | | pagina 12